maandag 18 januari 2016

Allemaal mijnwerkers?


Ik eindigde mijn vorige bericht met de suggestie die de auteur Wim van der Linden deed, dat al die Friezen in en rondom Recklinghausen (in Duitsland) in de mijnen werkten en dat zij dat beroep vervolgens voortzetten in de mijnen van Zuid-Limburg. Dat lijkt toch niet helemaal te kloppen. Ik sprak in oktober vorig jaar met een telg uit de familie Van Kalsbeek. Hij zei letterlijk:
Geen één van die gasten (hij sprak hier over zijn familieleden) heeft in een Duitse mijn gewerkt. Dat weet ik wel heel zeker. Mijn vader is naar Limburg gekomen in 1918 nadat hij gedemobiliseerd werd. Hij ging erheen omdat er een meisje zat. Daar is hij toen achteraan gereisd. Dat is niks geworden.
Enfin, zo zie je maar: voor sommige Friezen speelden er heel andere motieven om naar de mijnstreek in het Limburgse te trekken.

Oranje Nassau Mijn in Heerlen met de schoorstenen Lange Jan en Lange Lies


Ook Geu(gjen) Jeeninga zat kennelijk niet te springen om in de mijnen te gaan werken. In Duitsland heette hij overigens Gustav (begint ook met G…), want dat vond men daar een niet uit te spreken naam. Geu begon, na zijn verhuizing naar Limburg, samen met één van zijn broers een winkeltje in boter, kaas en eieren. 
Met regelmaat spanden zij hun paarden Fanny en Asta voor de wagen en reden naar de markt in Heerlen om daar hun waren aan de man te brengen. De oudste zoon van Geu, Ate, kan zich dat nog goed herinneren. 
Als ik uit school kwam wachtte ik ze op en sprong dan achter op de wagen om zo mee naar huis te rijden.

Dat winkeltje werd geen succes en zo belandde Geu Jeeninga uiteindelijk toch nog in de mijn.

donderdag 7 januari 2016

Meer over Recklinghausen en een eigengereide Fries uit Heerlen









Ik kwam een verhaal tegen over het schippersgezin Mietus. De Friese schipper Mietus trof hetzelfde lot als mijn eigen pake Siemen Spinder. Met de vrachtzeilvaart in Friesland viel geen droog brood meer te verdienen.
Nadat in een koude winter twee keer een lading aardappelen bevroren was en zijn schip door grondijs onherstelbaar beschadigd was, migreerde Geert met zijn gezin, zijn schoonouders Van der Veen-Wiersma en leden van de bevriende familie Bouwhuis in 1897 en 1898 naar Recklinghausen in het Ruhrgebied. (…) De Nederlandse kolonie in Recklinghausen groeide. Enige andere Nederlandse familienamen in Recklinghausen zoals vermeld in het familieboek van Geert Mietus zijn: De Jong, Betzema, Buist, Van der Hooft, Jeninga, Van den Brink, Walthuis en Lammersma.
Interessant is dat in dit rijtje de naam Jeninga voorkomt. Zou dat de naam zijn van de familie Jeeninga die later naar Heerlen verhuisde? Wat opvalt in de schrijfwijze is die extra ’e’ in de eerste lettergreep.
De geboorteakte van mijn pake Geu(gjen) Jeeninga vermeldt echter Jeninga met één ’e’! Mijn moeder vertelde me dat dit toe te schrijven was aan een soort eigenwijzigheid van haar vader. Die vond gewoon dat de naam met twee ’e’s geschreven moest worden. En zo is het gekomen…
Als het klopt dat het hier gaat om de Jeeninga’s die later in Heerlen woonden, dan kunnen we concluderen dat niet alleen de Van Kalsbeeks (zie mijn vorige bericht) maar ook de Jeeninga’s in Recklinghausen gewoond hebben. 

Mijnwerkers…? Het hierboven aangehaalde citaat heeft een interessant vervolg, nl.:
Alle mannen van de Nederlandse kolonie werkten op de mijnen bij Recklinghausen.
In het volgende bericht ga ik daar verder op in.

Ik heb in dit bericht gebruik gemaakt van de volgende bron:
Migratie Nederlanders via het Ruhrgebied naar Zuid-
Limburg, geschreven door Wim van der Linde
Het artikel is op internet te vinden: http://www.ngv.nl/Artikelen/MigratieNederlanders.pdf


zaterdag 2 januari 2016

Friesland - Recklinghausen (Duitsland) - Zuid-limburg


Hänschen klein 
                      Ging allein 
                               In die weite Welt hinein 
                        Stock und Hut 
                        Stehn ihm gut
                        Ist gar wohlgemut. 
Omstreeks 1950, met haar eerste kleinkind Hans, mijn oudste broer, op schoot zong mijn beppe Jeeninga-van Kalsbeek dit liedje. In het Duits! En ze kende meer Duitse versjes. Die had ze op school geleerd, vertelde mijn moeder ons later. Ze was immers in Duitsland op school geweest…  Maar waar in Duitsland? En hoe in Heerlen beland? 
Toen ik recent een tante interviewde, meisjesnaam Van Kalsbeek, viel de naam Recklinghausen. Ook een broer van haar liet me weten dat de Van Kalsbeeks in Recklinghausen gewoond hebben.
Elders op mijn blog schreef ik al dat een deel van de Friezen rechtstreeks vanuit Friesland naar Limburg is gekomen en een ander deel via een tussenstop in Duitsland. Beide routes zijn in de geschiedenissen van mijn grootouders terug te vinden. De familie Spinder-Van Schepen kwam rechtstreeks, de familie Van Kalsbeek (de familie van mijn oma van moederszijde) maakte een omweg via Duitsland. 

Op vele vragen rondom de migratie via Duitsland moet ik het antwoord vooralsnog schuldig blijven. Ik speur naar meer informatie en kom hier zeker op terug. Misschien weet iemand anders meer? Laat het weten!

Voor wie geïneresseerd is in de melodie en de volledige tekst van „Hänschen klein” verwijs ik naar:

Recklinghausen ligt in Duitsland, ter hoogte van `s Hertogenbosch, ongeveer 115 kilometer oostwaarts vanaf de Nederland-Duitse grens.