Hans Smedema reageerde op het blogbericht van 2 november j.l.
Bedankt voor de bijdrage over de Friese taal, geschreven door Bert Bomhoff naar aanleiding van het overlijden van zijn tante Metsie Bomhoff-Jeeninga. Metsie was een nicht van mij, de dochter van een zuster van mijn moeder, Akke van Kalsbeek, getrouwd geweest met Geu Jeeninga. Zij woonden in Heerlen. Mijn moeder was Joltje van Kalsbeek, getrouwd geweest met Wieger Smedema. Wij woonden in Treebeek (1), toen gemeente Heerlen, nu gemeente Brunssum. Mijn moeder noemden wij Moeke (zij kwam uit Oldeboorn) en mijn vader papa (hij kwam uit Anjum).
Wij waren thuis met z’n negenen. Wij hadden een oom, oom Fedde, een broer van mijn moeder en die woonde op Heerlerheide. In Nederland woon je ergens ‘in’, ik woon nu in Kampen, maar in Zuid-Limburg woonde je soms ergens ‘op’. Dat kwam door de heuvels. Mijn oom Fedde woonde op Heerlerheide en nadat mijn vader was overleden, in 1950, kwam hij met enige regelmaat op zijn bromfiets naar mijn moeder, in Treebeek. Wat mij dan altijd meteen opviel was dat zij met elkaar Fries spraken. Ik vond dat heel mooi en knus en kreeg daar altijd een warm gevoel bij. Bij ons thuis werd vroeger geen Fries gesproken, mijn vader zei altijd: ‘wij wonen in Nederland en daar hoort de Nederlandse taal bij’, maar als oom Fedde kwam, was het raak, dan klonk er Fries in ons huis Trouwens, toen mijn vader nog leefde, kwamen op de verjaardagen van mijn vader en moeder, broers en zusters van mijn moeder op visite – mijn vader had geen familie in Limburg – en dan was het helemaal raak, want dan werd er door alle ooms en tantes Fries gesproken. Het Fries vulde dan het hele huis. Het leek wel Pinksteren. Heerlijk! Ik ben nu 84 en als ik weer eens in de trein zit en ik hoor Fries praten, dan krijg ik weer dat zelfde warme thuisgevoel. Fries praat je ook. Je spreekt Nederlands, maar je praat Fries.
Wat taal al niet vermag. Zij kan vervreemden en verbinden. Als ik in mijn dromen op de toren van Babel zou staan en tussen al die vreemde talen het Fries zou horen, dan zou ik helemaal in de wolken zijn en opspringen van vreugde. Heerlijk!
Hans Smedema, Kampen, november 2021
(1) Op een steenworp afstand van de staatsmijn Emma.