woensdag 18 september 2019

Jouw vader was een held - Door Rob Bosch





75 jaar geleden, op 18 september 1944, trokken Amerikaanse troepen Hoensbroek binnen. 
1e Amerikaanse tank op de Akerstraat in Hoensbroek september 1944
De dag daarvoor was de omgeving van Heerlen al bevrijd. Brunssum volgde een dag later. Daarmee kwam er in een groot deel van de oostelijke mijnstreek een einde aan vier jaar oorlog.
Ter gelegenheid van de viering/herdenking van 75 jaar bevrijding volgt hier een bijdrage van Rob Bosch. Hij schreef dit alweer een aantal jaren geleden (in 2010) naar aanleiding van het overlijden van zijn vader.
  
Jan Bosch en zijn 33 Joodse kinderen  
Rob Bosch (3-5-2010)
Toen ik eind jaren vijftig in de derde klas zat van de gereformeerde lagere school in Treebeek vertelde meester Mulder vaak over de oorlog. Na afloop van zo'n verhaal kwam hij naar mijn bankje toe en fluisterde in mijn oor: 'Robbie, jouw vader, dat was een held, een echte held', en als klein ventje glom ik van trots.
Op 31 januari van dit jaar overleed mijn vader, Jan Bosch, in de ouderdom van 91 jaar. Hij was ereburger van Israël en een van de 'rechtvaardigen' van Yad Vashem.

Toen hij in de oorlog zijn oom Abel bezocht, die actief was in de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers, werd hem gevraagd of hij wilde helpen onderdak te vinden voor Joodse kinderen in Zuid-Limburg, waar hij bij zijn ouders woonde. Hij reageerde positief en kwam zo terecht in een actief netwerk om mensen te helpen. Hij werkte nauw samen met de kapelaans Berix en Hermans en samen zochten ze onderduikadressen bij 'betrouwbare' mensen. Dat was natuurlijk een gevaarlijke bezigheid want je kon alleen mensen benaderen die 'te vertrouwen' waren. Daarom ging dit via kerkelijke netwerken, die toen erg gesloten waren. Voor wat betreft de rooms-katholieken ging dit via de genoemde pastoors en voor de protestanten via de contacten van papa en zijn familie.

Zo werden vele kinderen in Zuid-Limburg ondergebracht bij diverse families, onder andere bij de familie van Jochem de Vries, de vader van Eerste-Kamerlid en oud-minister Klaas de Vries. Mijn vader haalde de kinderen op, die per trein vanuit Amsterdam naar Sittard werden vervoerd, en bracht ze naar hun nieuwe 'ouders'. De kinderen waren zogenaamd slachtoffers van de bombardementen op Rotterdam of waren, zo werd dan gezegd, afkomstig van familieleden die geen geld voor voedsel hadden of iets dergelijks. Hij regelde via Arie van Mansum uit Maastricht ook de distributiekaarten voor de pleegouders zodat ze de kinderen konden voeden en kleden. In die hoedanigheid was hij direct verantwoordelijk voor 33 Joodse kinderen. Hij bracht echter veel meer kinderen onder bij andere pleegouders. Hij vertelde me bijvoorbeeld dat hij ook oud-burgemeester Ed van Thijn nog achterop de fiets had gehad en in Brunssum had ondergebracht. Met een lach voegde hij eraan toe dat dat een lastig ventje was.

Hij hielp ook jonge mannen aan onderduikadressen of valse papieren als die zich aan de 'Arbeidseinsatz' wilden onttrekken. Hijzelf hoefde in deze niets te vrezen, want hij was in het bezit van valse papieren die aangaven dat hij in de staatsmijn Emma werkte. Omdat de mijnen van groot belang waren voor de Duitse oorlogsinspanningen werden de jonge mannen die daar werkten niet naar Duitsland afgevoerd.
Aan het eind van de oorlog hadden alle 33 kinderen het overleefd en gingen als dat nog mogelijk was terug naar hun ouders, die vaak moeilijk te vinden waren. Soms bleven ze voorgoed als pleegkinderen in hun nieuwe gezinnen.

Mijn vader sprak altijd positief over de samenwerking tussen alle groepen in die tijd en was zoals velen teleurgesteld toen na de oorlog de tegenstellingen weer groot werden. Hij was ook een van de velen die, toen hij na de oorlog een formulier kreeg waarin hij zijn heldendaden kon beschrijven, dit terugstuurde met de mededeling dat anderen dit maar voor hem moesten doen.
Dat gebeurde niet.
In 1995 werden zijn daden echter toch erkend. Een groot deel van de nog in Nederland en Israël levende 'kinderen' zijn toen een actie gestart om hem een Yad Vashem-onderscheiding te geven. Ze boden hem en mijn moeder een reis naar Israël aan om de onderscheiding in ontvangst te nemen. Dit was een roerend moment in zijn leven, wat ook gold voor de hereniging met vele van zijn 'kinderen', vlak voor zijn vertrek naar Jeruzalem.
Toen hij in Israël door een journalist werd gevraagd waarom hij dit alles had gedaan, antwoordde hij direct en simpel: 'Het was mijn plicht'.

De laatste vijftien c.q. twaalf jaren van hun leven hebben mijn moeder en hij nauw contact gehouden met sommige van de 'kinderen', wat zij enorm waardeerden. Met mijn zus hebben zij sommigen in Israël ook opnieuw bezocht, en ook wij proberen contact te houden.
Papa betoonde zich vaak een stijve calvinist met uitgesproken meningen, maar hij was een vader waar mijn zus en ik trots op kunnen zijn en hopen en vertrouwen dat hij en zijn vrouw, zoals ook op hun grafsteen staat, 'veilig in Jezus' armen' zijn na een rijk en voor velen betekenisvol leven.

Over Jan Bosch 
Jan Bosch is een zoon van Siebe Bosch (geboren 1881 in het Friese Blija) en Frouwkje Hoekema. De familie Bosch verhuisde in 1920 van Friesland naar Zuid-Limburg. Lange tijd woonde de familie aan de Akerstraat in Hoensbroek, op de grens met Treebeek, onder de rook van de staatsmijn Emma.

Voor het gemeentehuis Hoensbroek 18-9-1944
Foto: Lieuwe Bosch



Hoe hebben Friese immigrantenfamilies de Duitse bezetting beleefd? Wat hebben zij in de oorlogsjaren meegemaakt? Welke van die families hebben Joodse onderduikers onderdak geboden? Hoe is dat gegaan? Wie hebben een bijdrage geleverd aan het verzet? Wat hebben ze beleefd?


Burgemeester J.H.Martin hijst de vlag 18-9-1944
Foto: Lieuwe Bosch

Wie een bijdrage kan leveren aan het beantwoorden van deze vragen, wordt bij deze van harte uitgenodigd iets te schrijven of contact op te nemen. Het hoeven geen grote afgeronde verhalen te zijn. Een verhaal, een gebeurtenis waar mogelijk in de familie weleens over gesproken werd, misschien onvolledig, misschien kort, het kan toch de moeite waard zijn om vast te leggen.