zondag 18 februari 2018

Een anti-carnavalsavond in Treebeek en meer - Hans Smedema


Hier volgt een herinnering aan een anti-carnavalsavond uit de tijd dat ik zelf nog helemaal niet wist dat zoiets bestond. Ik was een jongetje van acht jaar. Het vervolg op carnaval, de vastentijd, komt ook aan bod. Prachtig om te lezen.

Hans Smedema schrijft: 'Graag wil ik ook een duit in het zakje doen met een een foto van een anti-carnavalsavond in 1957, in de geref. kerk van Treebeek, dat gebouw met een prachtig jeugdhuis en daar bovenop een kerk. Om de inrichting van dat jeugdhuis te bekostigen werd in de jaren ’50 door alle jeugdverenigingen een actie gevoerd onder de naam ‘het nullenplan’ (100, 1000 enz). Daarbij hoorde ook een lied:
want ja het moet
want ja het kan
alles voor het nullenplan
moeder legt haar kwartje neer
vader geeft wat meer
maar ook de cent van kleine Jan
helpt mee voor het nullenplan     

Anti-carnavalsavond in het nieuwe jeugdhuis
Het resultaat was een fraai ingericht jeugdhuis met een grote zaal en een podium. Op dat podium zijn destijds de mooiste taferelen ten tonele gebracht. Als ik daar nu op terugkijk, is dat met een zekere trots maar ook een beetje meewarig. Wat waren we blij en gelukkig met wat we toen op de planken brachten en wat voelden we ons rijk, maar indachtig het hier en nu stelde het allemaal niet veel voor. Het was, vergeleken met vandaag de dag, eigenlijk allemaal niks. Wat is er veel veranderd in de tijd. Neem nou die foto van de anti-carnavalsavond van 2 maart 1957, zestig jaar geleden. We speelden liederen uit de bundel ‘kun je nog zingen, zing dan mee’, een muzikaal optreden met vijf mondharmonica’s en een theekist als bas. 
Een ingetogen clubje voor een volle zaal. Probeer je zo’n optreden eens voor te stellen in een uitzending van DWDD met Matthijs van Nieuwkerk.
Zeg nou zelf: de wereld is onherkenbaar veranderd. Hoe hebben wij ons daarin staande weten te houden?
Op het podium bespeelt Margje Eshuis van de Hommerterweg in Hoensbroek de bas, een lege theekist van groothandel Bosch, met een stuk touw als snaar. Daarnaast een, net als Margje, lang-gerokte jonge dame, mogelijk Pita Eshuis, broer van Joop Eshuis van het Treebeekplein, met een woodblokje voor de maat. Aandoenlijk om te zien. En dan de vijf mannen met hun mondharmonica’s. Een toonbeeld van overgave en toewijding.
Natuurlijk wilden we ook de blitz maken, want kijk eens hoe dit clubje heette? LES ENFANTS TERRIBLE. Niet te geloven, wat een lef…
Zittend van L. naar R. Kees Smedema uit de Ringstraat in Treebeek en Jan Schraa of ook een Eshuis? Staand van L naar R Hans Smedema uit de Ringstraat, broer van Kees en dan iemand waarvan ik de naam niet meer weet. Daarnaast Gerardus Timmerman uit het Leeuwstuk (een woonwijk tussen Treebeek en Brunssum).
Wat een heerlijke tijd. Wat lief en wat braaf. Wat een rust en wat een vrede, maar ook wat een feest als tegenhanger van het RK carnaval.

Restjes opmaken voor de vasten
Als gereformeerden hadden wij er best begrip voor dat de katholieken de avond voor de vasten de restjes lekkernijen opmaakten, anders moesten ze die weggooien en dat was natuurlijk zonde. En we hadden er ook nog begrip voor dat het later niet alleen de laatste avond voor de vasten zo ging, maar ook de avond daarvóór. Maar toen het niet bleef bij het alleen opmaken van de restjes eten en drinken, maar dat er een heel jaar voor werd gespaard om een paar dagen vóór de vasten eens flink uit de band te kunnen springen, zeiden we als rechtgeaarde calvinisten: dit kan niet, dit gaat te ver! Achteraf denk ik: misschien waren we ook wel een beetje jaloers op de katholieken. Zij durfden wat wij niet mochten. Zij leefden royaal en uitbundig en sprongen zo nu en dan lekker een beetje uit de band en wij leefden heel braaf, sober en ingetogen.
Hoe kwam dat eigenlijk? Wie en wat hield ons tegen?
Als kinderen van de reformatie, met Abraham Kuyper als voorman, namen we het leven serieus en ernstig. Wij leefden in zijn kielzog. Daarom lazen we de Spiegel en niet de Panorama. Daarom gingen we op zondag twee keer naar de kerk en op één avond in de week naar de catechisatie.

‘Rehoboth’  Treebeek. De foto is genomen in 1956 op de trappen van de ingang van het jeugdhuis.
Oefenen voor het rechte pad
Daarom namen we ook deel aan het rijke verenigingsleven, jongens en meisjes apart, een oefenplaats waarin we werden gevormd en toegerust tot trouwe navolgers van Christus en goede lidmaten van kerk, staat en maatschappij.
De Jongelings Vereniging op Gereformeerde Grondslag (JV op GG) ‘Rehoboth’ in Treebeek was zo’n leerschool. De foto is genomen in 1956 op de trappen van de ingang van het jeugdhuis. Daar staan voor het merendeel allemaal zonen van Friese ouders. Allemaal oorlogskinderen die met zovele anderen hun beste krachten hebben gegeven om Nederland na de bevrijding in 1945 weer te doen herrijzen. Dankbaar voor hun voorgeslacht en hopelijk trots op hun nageslacht. Ik sta helemaal achteraan links, de gebruikelijke plek voor een voorzitter. We hadden alles nog voor ons en nu hebben we het meeste al weer achter ons. Dankzij al die jonge mensen (onze ouders) die aan het begin van de 20e eeuw vanuit Friesland zijn neergestreken in het roomse zuiden en daar gezinnen hebben gesticht, konden wij ons in de toen welvarende mijnstreek ontwikkelen tot goede staatsburgers en trouwe navolgers van Christus.
Er is nóg zo’n leerschoolfoto, niet van de JV maar van de knapenvereniging, de KV, jongens van 12-16 jaar. Dan weten we gelijk hoe oud ongeveer het knaapje was uit het lied ‘knaapje zag een roosje staan’. De knapenvereniging was het voorportaal van de JV. Op de foto tonen de meesten, waaronder ik zelf, ons overgangsdiploma naar de JV. Dat diploma strekte ons tot aanbeveling op de jongelingsvereniging.

Tenslotte was er een derde leerschool en oefenplaats in Zuid-Limburg: de padvinderij. 
Het was niet alleen belangrijk om je in geestelijk opzicht te trainen en te ontwikkelen, maar dat gold ook voor je lichaam als tempel van God. Op de foto’s, genomen in Treebeek in 1946, staan veel kinderen van Friese ouders, waaronder mijn oudere broers Hette en Pieter. 














Allen hebben een pad gezocht en gevonden, hopelijk het rechte pad, om hun leven vorm te geven en in te richten naar de toen geldende normen en waarden.
Het leven in Zuid-Limburg was een serieuze zaak, maar er waren gelukkig ook vele feestelijkheden, zoals de jaarfeesten van de verenigingen en niet te vergeten de anti-carnavalsavond. Het waren allemaal hoogtepunten binnen de veilige muren van de Friese enclaves.

Hulde aan Zuid-Limburg!
Hulde aan Friesland!
Lang leve de Friezen!'

woensdag 14 februari 2018

Aswoensdag. Ervaringen van Henk van der Weij

Het is vandaag aswoensdag. De dag na carnaval. 

Henk van der Weij, geboren in Gorredijk (Friesland), verruilde in 1953 zijn baan bij Fokker in Amsterdam voor een baan bij de staatsmijn Emma. Dat was wel even wennen. Hij schrijft: ’Als een volkomen onbekend mens met gewoontes en gebruiken van de roomskatholieke kerk ben ik vanuit Amsterdam naar de Staatsmijn Emma gegaan en gaan werken in de electro werkplaats. Daar heb ik een paar voor mij wonderlijke dingen meegemaakt.
Voordat ik ging werken kwam je in een ruimte waar je jezelf kon omkleden. Daarna ging je naar de werkplaats. Je ontmoette dan een aantal mensen en zo langzamerhand kwam je met elkaar aan de praat. Vroeg mij iemand “Wat bist doe mie jong. Bist du ene Pruus?” ”Nee, ik bin ginne Pruus.” ”Bist du ene Bels?”  ”Nee, ik bin ginne Bels.” ”Bist du dan een Hollenger?” ”Nee, ik bin ginne Hollenger.” ”Maar wat bist du dan?” ”Ik ben een Fries!” Nou daar had hij nog nooit van gehoord. Wist ook niet dat er een Friesland bestond.’

En de dag na carnaval maakte hij het volgende mee.
”Mijn maat kwam ’s ochtends op het werk met een voor mij een beetje vies voorhoofd. Ik meende hem daarop te moeten wijzen. Maar dat hoorde zo. Het was aswoensdag en dan moest je namelijk ’s morgens eerst langs de priester om de zonden die je tijdens carnaval gedaan had vergeven te krijgen. Dat gebeurde door een houtskool kruisje op het voorhoofd. Was je weer een goed mens.”

Zie voor een toelichting op de betekenis van aswoensdag:

Er is inmiddels veel veranderd, want zie wat er op de website van de protestantse (PKN) Domkerk te Utrecht geschreven staat. 
Woensdag 14 februari om 19.00 uur: Vesper van Aswoensdag
In de vesper van woensdag 14 februari om 19.00 uur, Aswoensdag, bestaat er de mogelijkheid om het askruisje te ontvangen. In de viering van Aswoensdag ligt het hoofdaccent op inkeer en concentratie op de eigenlijke dingen. De as van Aswoensdag legt de verbinding met de palmtakjes van Palmzondag 2017, dietijdens de viering verbrand worden tot as. Wie wil, wordt tijdens de viering getekend met het kruis.

Waar een jaar of vijftig geleden door de protestanten nog vreemd tegenaan gekeken werd (een raar rooms gedoe) is nu in verschillende protestantse kerken een goed gebruik geworden.

zondag 11 februari 2018

Geen carnaval voor de noorderlingen, maar toch genieten. Eeke van der Weij



Vorig jaar om deze tijd schreef ik:
De Gereformeerde kerk van Treebeek organiseerde begin jaren `60 nog anti-carnalvalsavonden om de jongeren uit de eigen gelederen toch vooral weg te houden van het Limburgse carnaval. Iets dat op den duur onhoudbaar bleek.
(bericht van 10 februari 2017)                                                          

Eeke Verweij, dochter van een Friese vader en een Friese moeder, schreef mij onlangs:
„Weet je, dat die ontstaan zijn in de tijd dat ik lid, zelfs presidente, was van de M.V. (meisjesvereniging) Lydia in Treebeek. En dat we toen met veel enthousiasme die avonden organiseerden samen met de J.V. (jongensvereniging) Rehoboth. Een aantal jongens had zelfs een orkest samengesteld, mijn twee broers Hans en Kees speelden mondharmonica, een ander speelde op een zaag en weer een ander had een soort trommel gefabriceerd. Wat konden we toen met weinig materiaal toch iets maken waar we ook nog van genoten!!"


 Beelden van een carnavalsoptocht in Brunssum (2015) zijn te zien op: 




zondag 4 februari 2018

Treebeek in de jaren `50

R.K. Kerk te Treebeek

Van jongs af aan ben ik vertrouwd geraakt met mensen in hokjes in te delen. Dat is bepaald niet iets waar ik trots op ben. Toch werd ik me daar weer eens sterk van bewust toen ik de film ’Treebeek 1950-1955’ zag. De film brengt allerhande soorten bewoners van Treebeek in beeld. Als we het bij ons thuis of in bredere familiekring over andere mensen hadden dan werden die steevast aangeduid met ’die Hervormden’, ’die van de Baptistenkerk’, ’die kinderen van de Nutsschool’ (dat waren mensen die ’nergens aan deden’), ’O ja, die roomsen’, ’die van onze (Gereformeerde) kerk’, etc.

(Voormalige) Gereformeerde kerk te Treebeek
Treebeek, hoe onbekend en gering van omvang ook, was een afspiegeling van de gehele Nederlandse, sterk verzuilde, samenleving, getuige het nu volgende citaat van Wiel Kusters (1):
’De protestantse mijnwerkers (2) kwamen vooral uit Groningen, Friesland, Drenthe en de Gelderse Achterhoek. De godsdienstige diversiteit was in sommige van de nieuw gebouwde koloniën groter dan in de oude dorpskernen. Zo telde Treebeek rond 1960 tien kerkgenootschappen. Ongeveer 35% van de bevolking was van protestantse huize, 5% was niet kerkelijk. Voor Limburgse 
begrippen was dit iets bijzonders. Er woonden Nederlands-Hervormden en Gereformeerden, er was een Hersteld Apostolische en een Evangelisch-Lutherse Kerk, een Baptisten- en een  
Pinstergemeente. Verder kwam men er Jehova’s getuigen tegen en soldaten van het Leger des Heils.’

Ned. Hervormde kerk te Treebeek 
De genoemde film laat een en ander van die verscheidenheid zien. Zo tonen de filmbeelden de St. Franciscusschool (katholieke jongens), St. Clara (voor de roomse meisjes), De Beatrixschool (Hervormd), De Nutsschool (neutraal), de Gereformeerde school. 
De film was voor mij een feest der herkenning. Ik zag meerdere van mijn onderwijzers van de lagere school. Meester Mulder (bijgenaamd Pukkie) en meester bijgenaamd Tetsel (zijn echte naam daar kan ik nu even niet opkomen) zag ik bokje springen op het schoolplein. Mijn broer Hans, toen een jaar of zeven/acht stond in een kring bij één of ander spel.
Mijn juffrouw van de kleuterschool zag ik terug bij de beelden van de Prinses Marijkeschool (protestants). Verder zien we de fanfare van de Baptisten, genaamd De Bazuin. Dirigent Albert Niemijer (afkomstig uit Groningen) slaat de maat.
Ik zou zeggen: bekijk de beelden. Ben je zelf in deze contreien opgegroeid in de jaren`50 tot`60 dan herken je vast ook oude bekenden.

De link naar de Treebeekfilm is:




(1) Kusters, Wiel (2012), In en onder het dorp. Mijnwerkersleven in Limburg. Wiel Kusters, Maastricht en Uitgeverij Van Tilt Nijmegen.
(2) Ik weet het niet zeker, maar ik denk dat de Friezen de grootste groep vormden.
Baptistenkerk te Treebeek